Bij Van der Ven is veiligheid topprioriteit: het is de basis voor al ons werk. Het doel? Onze werkomgeving iedere dag een stukje veiliger maken. Lees hier hoe we dat doen.

Veiligheid. Voor Van der Ven is dat geen sluitpost of verplichting, maar het fundament onder elk project. Van riolering tot renovatie en van dijkversterking tot duurzame mobiliteit: wat we ook doen, we doen het veilig of we doen het niet. Dat vraagt om een gedeelde houding, vaste routines én duidelijke communicatie.
Met trots kunnen we zeggen dat we daarin grote stappen hebben gezet. We hebben namelijk trede 4 op de Safety Culture Ladder (SCL) behaald. Een mooie erkenning voor de veiligheidscultuur die we met z’n allen hebben opgebouwd.

Wat zegt trede 4?

De Safety Culture Ladder kijkt niet alleen naar wat je doet, maar vooral naar hoe je dat doet. Op trede 4 is veiligheid geen project of actiepunt meer – het is onderdeel van het dagelijks gedrag van iedereen in de organisatie. We signaleren risico’s actief, delen meldingen openlijk en spreken elkaar aan als dat nodig is.

Dat vergt vertrouwen, lef en bewustzijn. Niet alleen van uitvoerders of KAM-coördinatoren, maar van iedereen op de werkvloer. De SCL-audit bevestigt dat die veiligheidscultuur bij Van der Ven breed gedragen is. En daar zijn we trots op. Tegelijk is het ook een nieuwe verantwoordelijkheid: trede 4 behalen is mooi, maar het vasthouden en versterken is minstens zo belangrijk.

Ben van der Ven: herkenbaar, scherp én laagdrempelig

Om veiligheid zichtbaar en bespreekbaar te maken, zetten we ook humor en herkenning in. Daarom introduceerden we een tijdje terug Ben van der Ven: een vrolijke maar waakzame mascotte die als geen ander weet hoe belangrijk veilig werken is.

Ben duikt op in startwerkinstructies, op bouwhekken, op posters en in presentaties. Hij is onze visuele hulp bij het geven van duidelijke veiligheidsboodschappen. Niet belerend, maar ondersteunend. Niet streng, maar duidelijk. En met succes: collega’s herkennen hem meteen en luisteren nét iets beter als Ben in beeld is.

Wie zijn de mensen die onze projecten mogelijk maken?
In #kenvanderven stellen we VanderVenners voor. Deze keer spreken we met Enrico van Elzelingen, projectcontroller bij Van der Ven.

Vertel eens wat meer over jezelf?

Ik ben Enrico van Elzelingen, 56 jaar en ik woon in Gorinchem. Sinds september 2023 werk ik bij Van der Ven als projectcontroller. Op Instagram zag ik op een dag de vacature bij Van der Ven voorbij komen. Omdat ik wist dat mijn oud-collega Marco de Haas hier werkt, was mijn interesse direct gewekt. De rest is geschiedenis.

Wat doet een projectcontroller eigenlijk?

In het kort: ik volg, voorspel en ‘control’ de financiële situatie van projecten. Dat doe ik natuurlijk niet alleen, maar samen met de projectleider en het hele projectteam. Je doet het sámen. 

Wat vind je leuk aan je werk?

Het samenwerken met mensen. Werken is niet alleen je taak uitvoeren en daarvoor betaald worden. Het is een belangrijk onderdeel van je leven. Dan moet het wel in een prettige omgeving gebeuren, met fijn werk én leuke collega’s. Bovendien is het voor een bedrijf van groot belang dat er geen financiële verrassingen ontstaan. Ik help mee om dat inzichtelijk te houden.

Welk project is je bijgebleven?

Ik vind ieder project boeiend, of het nu gaat om een vismigratie, een onderdoorgang of heiwerk. Ik vind het proces vanaf de tender tot en met de uitvoering mateloos interessant. Ik ben weliswaar niet technisch onderlegd, maar ik kijk met bewondering naar het werk van mijn collega’s – op kantoor én buiten. Of mijn rol bijzonder is? Geen idee. Het belangrijkste vind ik dat collega’s mijn werk waarderen.

Hoe ervaar je de samenwerking bij Van der Ven? 

Dat zie ik als de kern van mijn functie. En die samenwerking is hier echt goed. Bij een groot bedrijf met duizenden mensen zou ik me niet thuis voelen. Bij Van der Ven bouwen mensen een connectie met elkaar op. Dat maakt het verschil.

Wat maakt Van der Ven voor jou een fijne werkgever?

De familiaire cultuur was voor mij een belangrijke reden om contact te zoeken. Die voel je hier echt. En er is een enorme diversiteit aan projecten – dat houdt het interessant. Ik ben trouwens ook geen fan van jobhoppen. Als het goed zit, zit het goed.

Merk je de familiecultuur ook écht?

Absoluut. Juist in drukke of lastige tijden merk je dat. Dan blijft Van der Ven overeind, als team. Tijdens de intensieve start van project Rijnkade, dat we met Hakkers en Ballast Nedam doen, vond ik het soms pittig. Maar elke keer dat ik in Arnhem was en mijn directe Van der Ven-collega’s sprak, voelde dat als een warm bad. Dat gaf me energie en vertrouwen dat ik hier op mijn plek zit.

Tot slot: wat zou je zeggen tegen iemand die overweegt bij Van der Ven te komen werken?

Niet twijfelen. Gesprek aanvragen. Tekenen. En aan de slag!

In Mooimakers lees je hoe Van de Venners de wereld mooier maken. Op de bouwplaats, achter de computer of in hun vrije tijd.

EEFJE MOLLET, technisch manager bij Van der Ven, maakt ook buiten werktijd het verschil. Als lid van Ladies Circle de Aa zet ze zich samen met zestien vrouwen uit de gemeente Sint-Michielsgestel in voor goede doelen.

“Soms halen we geld op met bijvoorbeeld de verkoop van chocolade of carnavalsemblemen, maar we steken ook letterlijk de handen uit de mouwen. We noemen dat ‘hummen’. Dan prikken we afval, knappen we een tuin op of helpen we op de vlooienmarkt.”

Een actie die haar bijblijft? “Onze badeendenrace én het ophalen van €4.500 met emblemen in één week!”

Druk is het soms wel, maar Eefje krijgt er veel voor terug. “We doen ook dingen samen met ons gezin. En binnen de groep delen we lief en leed. Ik ben trots dat we samen iets kunnen betekenen voor een ander.”

Van der Ven draagt in de Rotterdamse haven bij aan de realisatie van Porthos – het nationale CO₂-transport- en -opslagproject. In opdracht van Porthos bouwt Van der Ven het koelwaterpompgebouw: naast het compressorstation een onmisbare schakel binnen het systeem dat afgevangen CO₂ uit industriële processen transporteert en opslaat onder de Noordzee.

Een oplossing voor vandaag én morgen

Porthos staat voor Port of Rotterdam CO₂ Transport Hub and Offshore Storage. In het project wordt afgevangen CO₂ uit industriële processen getransporteerd naar het compressorstation op de Maasvlakte. Daar wordt de CO₂ samengeperst en via een onderzeese pijpleiding getransporteerd naar lege gasvelden, diep onder de Noordzeebodem. Daar wordt de CO₂ permanent opgeslagen. Met deze infrastructuur biedt Porthos een praktische en schaalbare oplossing voor het reduceren van industriële uitstoot – en levert het een directe bijdrage aan het behalen van de Nederlandse klimaatdoelstellingen.

Koeling: essentieel voor continuïteit

De compressoren in het systeem – in eerste instantie drie, met uitbreidingscapaciteit tot zes – genereren aanzienlijke warmte. Om deze installaties betrouwbaar, veilig en efficiënt te laten functioneren, is een goed koelsysteem essentieel.
De pompen in het koelwaterpompgebouw dat Van der Ven realiseert, voeren voor dit doel zeewater uit het nabijgelegen Yangtzekanaal naar het compressorstation. Zonder deze koeling zou het hele transportsysteem stilvallen.

De installatie en het gebouw worden ontworpen op zes staartpompen van elk negen meter lang. Deze pompen hebben samen een capaciteit van 8.000 m³ per uur. In de eerste fase worden vier van de zes pompen daadwerkelijk geplaatst. Zo is het systeem voorbereid op toekomstige uitbreiding én blijft het in alle fasen operationeel en betrouwbaar.

Dieptepunt markeert bouwhoogtepunt

Begin 2025 bereikte Van der Ven een belangrijke mijlpaal: het diepste punt van het koelwaterpompgebouw, gelegen op 10 meter onder maaiveld, werd bereikt. Inmiddels is het onderwaterbeton gestort en is de bouwkuip afgerond. De eerste betonnen wanden steken boven het maaiveld uit en het betonwerk vordert gestaag richting een uiteindelijke hoogte van circa negen meter.

Eén gebouw, alle expertises 

Bij de realisatie van het koelwaterpompgebouw komen vrijwel alle disciplines van Van der Ven samen: civiele techniek, bouwkunde, maritieme techniek, werktuigbouw en installatietechniek. Deze multidisciplinaire aanpak stelt Van der Ven in staat om als totaalaannemer te opereren en het project integraal aan te pakken.

Bouwen aan een duurzame toekomst

Porthos is een samenwerking tussen Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energie Beheer Nederland. Het project is niet alleen een technisch hoogstandje, maar ook een investering in de energietransitie. Door CO₂ op grote schaal te transporteren en veilig op te slaan, levert Porthos een essentiële bijdrage aan een duurzamer energiesysteem. Toekomstige CO2-opslagprojecten kunnen hierop aansluiten. Een toekomstbestendige investering dus, waar Van der Ven met trots aan meebouwt.

In Arnhem werkt Combinatie Moerriool – Van der Ven en Kumpen NV – opnieuw samen aan de renovatie van het Moerriool. Vertrouwen, vakmanschap en veiligheid vormen de rode draad in deze derde fase. Martin en Erik vertellen hoe je samen niet alleen het riool versterkt, maar ook elkaar.

De renovatie van het Moerriool in Arnhem laat zien wat er mogelijk is als je echt als één team samenwerkt. De gemeente Arnhem koos opnieuw voor Combinatie Moerriool – Van der Ven en Kumpen NV – om fase 3 van dit bijzondere rioolproject samen op te pakken. Met één duidelijk uitgangspunt: vertrouwen in elkaar en het gezamenlijke resultaat.

Van links naar rechts: Martin den Otter, Erik Laurentzen, Gert-Jan Merkx

Op elkaar ingespeeld

Dat vertrouwen is niet nieuw. Eerder werkten de partijen al succesvol samen aan fase 1 en 2. “We weten precies wat we aan elkaar hebben”, vertelt Martin den Otter, projectleider namens Van der Ven. “Je hoeft niet alles uit te spreken; je begrijpt elkaar. Dat maakt samenwerken niet alleen sneller, maar vooral ook leuker.” Ook Erik Laurentzen, adviseur riolering, benadrukt de kracht van het team. “We vullen elkaar aan. We dagen elkaar uit om het nóg beter te doen, maar altijd met respect. Daardoor blijf je groeien als team én als mens.”

Samen slimmer werken

De aanpak is typisch voor Combinatie Moerriool: één team, één taak. In de bouwteamfase werken ze samen met de gemeente aan een uitvoeringsontwerp dat veilig, slim en toekomstbestendig is. Technische uitdagingen – zoals de renovatie van een diepgelegen riool zonder grote overlast – worden samen aangevlogen, met ruimte voor ieders kennis en ervaring.

Binnen één middag samen een faseringsplan bedenken? “Dat lukt alleen als je blind op elkaar kunt vertrouwen”, zegt Martin. “Iedereen brengt zijn expertise in, niemand zit op zijn eigen eilandje. Daardoor kunnen we écht snel schakelen.”

Wat gaan we doen?

De rioolbuis onder de Sonsbeeksingel, gebouwd in het begin van de twintigste eeuw, is toe aan renovatie. Omdat deze diep ligt en zich onder een drukke groene stadsstraat bevindt is open graven geen optie. Daarom kiezen we opnieuw voor een slimme renovatie van binnenuit. Zo verlengen we de levensduur van 600 meter moerriool met onder meer polymeerbetonplaten en herstelde putten, zónder veel overlast voor de stad. Een technisch complexe klus, waarbij slimme keuzes en nauwe samenwerking cruciaal zijn.

Wat gaan we doen?

Veiligheid en kwaliteit staan daarbij steeds centraal. “We zetten veiligheid voorop, niet alleen op papier, maar ook in de praktijk”, vult Erik aan. “En omdat we elkaar goed kennen, durven we elkaar daarop aan te spreken.”

De komende periode werken de partijen samen aan het definitieve ontwerp. De uitvoering start in de tweede helft van 2025, met als doel een veilige, duurzame en toekomstbestendige rioolbuis begin 2026.

Wat gaan we doen?

Voor Combinatie Moerriool voelt deze samenwerking als een logisch vervolg op wat eerder is opgebouwd. Martin vat het samen: “We trekken samen op, vieren successen samen en lossen problemen samen op. Dat is de kracht van deze samenwerking.”

In Sint-Oedenrode werkt Van der Ven, in combinatie met Martens en Van Oord, aan het klimaatrobuust inrichten van de Dommel. Het project richt zich op de bescherming tegen wateroverlast, het verbeteren van recreatie en natuurontwikkeling langs de rivier de Dommel. Eén van de onderdelen is de verbreding van de bestaande Philippusbrug.

De liggers van het brugdek werden niet op locatie gemaakt, maar in de eigen loods in Brakel. Voor het eerst werden daar grootschalige betonconstructies geprefabriceerd. De liggers zijn vervolgens naar Sint-Oedenrode vervoerd en geplaatst op de betonnen onderbouw. Een innovatieve aanpak met grote voordelen, vertelt Arnoud, technisch manager op dit project.

Slimmer bouwen

De keuze voor prefab in eigen beheer kwam voort uit de wens om doorlooptijd en kwaliteit te optimaliseren. Arnoud licht toe: “Door in onze eigen loods te werken, beheersen we de werkomstandigheden volledig. Denk hierbij aan: geen invloed van weersomstandigheden, betere controle over de kwaliteit en een efficiënter gebruik van materiaal. Tegelijkertijd is op locatie de betonnen onderbouw gerealiseerd. Hierdoor liepen deze twee processen parallel aan elkaar.” De werkzaamheden aan de nieuwe liggers in de loods van Van der Ven volgden elkaar op: van ontwerp, bekisting en vlechtwerk tot het storten, afwerken, hijsen en transporteren van het beton. 

Voor Arnoud en zijn team was het hijswerk met de eigen elektrische kraan, de Sennebogen-kraan, een grote uitdaging. Om de liggers in de betonhal te kunnen realiseren was vrijwel alle ruimte nodig. Daarbij waren de liggers veel te zwaar voor alleen de beschikbare bovenloopkranen. Hierdoor was extra hijsmaterieel nodig. Dit is met veel passen en meten voorbereid en uitgevoerd. “Het was een spannend moment in het proces, vooral omdat deze complexe hijsactie, in eigen huis, een eerste keer was. Door het ervaren en flexibele team in combinatie met de goede voorbereiding hadden we er alle vertrouwen in dat dit goed zou gaan. Dit is dan ook uitstekend verlopen.”

Planning en precisie

Het transport van het brugdek naar Sint-Oedenrode vroeg om een strakke logistieke planning. Verdeeld over twaalf trailers werden de liggers zorgvuldig vervoerd. “In de ontwerpfase is rekening gehouden met het transport. Daardoor waren de afmetingen geen beperking en lag het zwaartepunt van de liggers laag en in het midden. Dankzij een duidelijke en goed afgestemde planning stond alles precies op tijd op de bouwplaats,” aldus Arnoud. De plaatsing was even spectaculair als doordacht: zorgvuldig werd elk onderdeel met precisie en aandacht op de definitieve plek geplaatst. “Voor mij was het uithijsen en plaatsen een absoluut hoogtepunt. Ondanks wat gezonde spanning verliep dit vlekkeloos. Een prachtig moment dat ik niet snel vergeet.”

Twee bouwlocaties, één planning

Deze aanpak biedt voordelen voor alle betrokken partijen. Voor opdrachtgevers betekent het vooral minder overlast op locatie, doordat er gelijktijdig aan verschillende onderdelen gewerkt kan worden. “In de loods werd hard gewerkt met een groot team van timmermannen, vlechters en betonwerkers, terwijl in Sint-Oedenrode een vergelijkbaar team de strakke planning nastreefde. Als dat dan door het harde werk van beide teams perfect op tijd wordt afgerond, dan heb je als aannemer mooi werk geleverd,” vertelt Arnoud enthousiast.

Klaar voor de toekomst

De succesvolle afronding van het brugdeel van de Philippusbrug smaakt naar meer. Van der Ven ziet toekomst in deze innovatieve prefab-aanpak en denkt al na over nieuwe projecten waarin deze methode opnieuw toegepast kan worden. Arnoud besluit trots: “Het was bijzonder om hier deel van uit te maken. De samenwerking, het innovatieve karakter en het resultaat maken dit project een prachtig visitekaartje voor de toekomst.”

Hypermodern, uniek in de wereld én gebouwd in een bouwteamsfeer: het nieuwe schietoefencomplex in Soesterberg – The Holland Gate – is indrukwekkend in techniek én samenwerking. Van der Ven realiseerde in twee fasen een compleet trainingsdomein voor speciale eenheden, inclusief een state-of-the-art indoor schietbaan van 100 meter lang.

De eerste fase omvatte onder meer een snipertoren, schiethuis, facilitair gebouw en een ondergrondse installatie. Daarnaast is 12.000 m² terrein volledig ingericht, inclusief de ondergrondse infrastructuur. Fase twee draaide om de bouw van een overdekte schietbaan van 100 meter. Deze is geschikt voor statische én dynamische trainingen, met voertuigen en scherpe munitie.

De samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf verliep als in een bouwteam, vertelt projectleider Peter Gouda Quint. “Er kwamen veel nieuwe technieken bij kijken, zowel voor ons als voor de opdrachtgever. We hebben elkaars kennis optimaal benut en zo het ontwerp naar een hoger niveau getild.”

Nergens ter wereld is een schietbaan gebouwd zoals in Soesterberg: kogeldicht én luchtdicht, met een innovatief luchtverversingssysteem dat schutters beschermt tegen schietgassen. “In feite is het een kogelvrije luchtbehandelingskast van 165 meter lang, 25 meter breed en 8 meter hoog,” aldus Peter.

Techniek om van te watertanden

De bouw kende veel precisiewerk. De aansluitdetails moesten tot op de millimeter kloppen. Opvallend was bijvoorbeeld het dak, dat uit meerdere staalplatenlagen bestaat. “Alles mechanisch bevestigd. Daarna pas volgde het eigenlijke dakpakket.”

Duurzaam gebouwd

Duurzaamheid kreeg ook een plek. Twee gebouwen zijn voorzien van zonnepanelen. Het facilitair gebouw gebruikt een solarEis-installatie voor verwarming en koeling. En in de schietbaan wordt warmte uit de lucht teruggewonnen met zogeheten ‘batterijen’ ter grootte van een verdieping.

Trots op het resultaat

Peter kijkt met trots terug op het project. “Het ontwerp van de schietbaan hebben we ons snel eigen gemaakt, verbeterd en gerealiseerd. Binnen de strakke planning én zonder concessies aan kwaliteit. Dat is teamwork.”

Breda is klaar voor de toekomst van openbaar vervoer. Van der Ven en KWS realiseerden samen een duurzame busremise die ruimte biedt aan 180 elektrische bussen. Een technisch én duurzaam hoogstandje.

De nieuwe busremise in Breda is méér dan een plek om bussen te stallen. Het is een integraal project, bestaande uit een gebouw én een terrein van 30.000 m², volledig ingericht voor de toekomst van emissievrij openbaar vervoer. In opdracht van de provincie Noord-Brabant realiseerden combinatie Van der Ven – KWS een duurzame, doordachte locatie waar 180 elektrische bussen worden gestald, geladen, onderhouden en gereinigd. “Een veelzijdig project waar we met trots op terugkijken,” aldus uitvoerder Hans van Egteren.

Slim en groen

Duurzaamheid was vanaf het begin een essentieel uitgangspunt binnen het ontwerp. Het gebouw werd uitgerust met een innovatieve Solareis-installatie, die via een ondergrondse ijskelder zorgt voor verwarming en koeling. “De warmtepompen draaien volledig elektrisch. Het is een slimme én duurzame oplossing,” vertelt werkvoorbereider Peter Westerlaken. Ook het dak draagt bij: met zonnepanelen én een groendak dat functioneert als ecologische steppingstone voor vleermuizen en insecten. De gevel is volledig uitgevoerd in duurzaam bamboe en biedt zelfs ruimte voor insectenhuisvesting.

Uitdagingen én innovatie

De technische complexiteit van het gebouw bracht de nodige hoofdbrekens met zich mee. Van vergunningseisen rond brandveiligheid tot een dakconstructie die gaandeweg moest worden aangepast. “Het uitwerken van het ontwerp liep deels parallel aan de uitvoering. Dat vraagt veel van je team,” blikt Peter terug. Toch lukte het, mede dankzij de inzet van partners als Hoppenbrouwers. “Zij verdienen echt een pluim.”

Trots

Zowel Peter als Hans zijn trots op het eindresultaat. “Een project van deze omvang, met zo veel duurzame technieken – dat doe je niet elke dag,” zegt Peter. Hans vult aan: “Als infra-man een bouw mogen leiden, dat was bijzonder. Met menselijkheid en teamgeest hebben we iets moois neergezet.”

Het mooiste moment

De sleuteloverdracht was voor Hans en Peter hét moment waarop alles samenkwam. “Je staat daar als team, kijkt naar het resultaat en weet: dit hebben we samen voor elkaar gekregen. Van timmerman tot projectleider, iedereen heeft bijgedragen.” Het gebouw staat, maar vooral het vertrouwen en het plezier in het team blijven nog lang hangen.

Van der Ven versterkt samen met Ballast Nedam en Hakkers de Rijnkade in Arnhem met een volledig emissieloze aanpak op de bouwplaats. Een project dat niet alleen de stad beschermt, maar ook de weg vrijmaakt voor de toekomst van duurzaam bouwen.

De Rijnkade in Arnhem is een levendig gebied met horeca, terrassen en een rijke historie. Maar de kade voldeed niet meer aan de waterveiligheidsnormen. Daarom wordt deze over een lengte van ruim een kilometer versterkt.

Voor Van der Ven is het project een primeur. Hoofduitvoerder Dick Vos: “We wilden ervaring opdoen met elektrisch bouwen. En dit was het perfecte instapwerk.” Dat kwam doordat de stroomvoorziening vanaf het begin goed geregeld was. De gemeente en het waterschap trokken samen op en maakten walstroom onderdeel van het project. “Daardoor konden we vanaf dag één bouwen met voldoende netcapaciteit. Het voelde eigenlijk al snel als een gewone bouwplaats, alleen dan zonder uitlaatgassen.”

Na het project blijft de walstroomvoorziening beschikbaar, onder andere voor riviercruiseschepen die zo zonder aggregaat kunnen liggen.

Puzzelen met planning 

Werken zonder uitstoot betekent anders plannen. “Je kunt niet zomaar opschalen als iets tegenzit,” legt Dick uit. “Accu’s zijn na een werkdag leeg, opladen kost tijd. Dus moet je vooraf precies weten wat wanneer nodig is.”

Veel werk, veel materieel

De Rijnkade vraagt om stevige machines. “We doen hier van alles: bestrating, riolering, damwanden, prefab keerwanden,” vertelt Dick. “Daarvoor heb je een breed arsenaal nodig.” Van miniloaders tot een elektrische kraan op een drijvend ponton, van trilplaten tot vrachtwagens: het is er allemaal. “In totaal zetten we hier meer dan twintig emissieloze machines in, waarvan een groot deel nieuw is aangeschaft of speciaal geëlektrificeerd. Daarmee laten we zien wat er al wél kan, ook met zwaar materieel.”

Meer dan techniek 

De Rijnkade is geen standaard werklocatie. “Je werkt midden in de stad, tussen monumentale bomen, oude stadsmuren en volle terrassen,” vertelt Dick. “Dat maakt het werk bijzonder, maar ook complex.” Rond Koningsdag moesten de terrassen weer open kunnen. “Dat werd spannend door de strakke planning en een paar tegenslagen, zoals hoogwater. Maar we hebben alles op alles gezet en het gewoon gehaald. 

Klaar voor de volgende stap 

Het project was niet alleen een dijkversterking, maar ook een leerschool. “We weten nu wat elektrisch materieel kan. We weten wat er nodig is aan stroom, aan planning, aan afstemming,” zegt Dick. “De ervaring is er nu. Het smaakt naar meer.”